Work & Play

Staten van zijn en aandacht

10/25/20242 min read

Je kan twee staten van zijn onderscheiden bij het maken van een kunstwerk. De staat van conceptualisering, cognitieve beoordeling en het heel doelbewust bezig zijn noem ik bij gebrek aan een beter woord work. Deze staat van zijn is planmatig, gericht op een specifiek doel en meer exact dan de andere kant van het spectrum. De tegenhanger, play, voelt meer als vrij bezig zijn, zonder oordelen over hoe het eruit komt te zien. Gewoon doen wat in je op komt. Zonder plan, zonder doel, zonder waarden te geven aan hoe het eruit ziet.

Ik heb dit principe van Nancy Reyner. Het is interessant om te bedenken in welke staat van zijn je bent als je werkt. Sommige kunstenaars werken vooral aan een zijde van het spectrum. Zij maken bijvoorbeeld kunstwerken die vooraf totaal uitgedacht zijn en waarbij elke penseelstreek precies is doordacht. Anderen werken compleet vrij van enig plan of doel. Zij doen wat in hen op komt op het moment van actie. Ik kom bij het overpeinzen van dit principe op drie ideeën. Ten eerste is er geen goed of fout als het gaat om work/play ratio’s. Mooie kunstwerken komen voort uit beide extremen en alle tussenvormen. Ten tweede is het zoals ik al noemde een spectrum. Je kan met je mindstate schuiven van links naar rechts en terug. Het is niet zwart/wit, of aan/uit. Het is niet of het een of het ander, je kan een mix aanhouden.

Tot slot denk ik dat er een overkoepelende factor is die belangrijker is als de work/play balans. En dat is aandacht. De kwaliteit van de aandacht is het belangrijkst bij het maken van kunst. En dat staat los van welke toon die aandacht heeft. Er zou gezegd kunnen worden dat bij echte oprechte, open aandacht de balans tussen work en play vanzelf goed wordt afgesteld. Dat de juiste keuzes als vanzelf gemaakt worden. Dat vind ik een interessante gedachte, los daarvan ik denk dat er niet zoiets bestaat als de juiste keuze.

Voor mij is het waardevol om te beseffen dat er een meer planmatige en een vrijere staat van zijn is bij het maken van werk. Maar de kwaliteit van de aandacht, hoe die ook wordt ingevuld, lijkt mij het aller belangrijkst.